“Om Liefde die eeuwig duurt” – Allerzielen en Allerheiligen

“Om Liefde die eeuwig duurt” – Allerzielen en Allerheiligen

Woord van welkom

Deze avond gedenken wij allen gestorven zijn.
Wij willen hen niet vergeten.
Wij willen hun naam in ons hart bewaren als een witte roos, bloeiend voor altijd.
Bij avond in de herfst, tijd van stervend licht, schuilen wij bij elkaar, wachten wij op de oever.
Waar is het leven?
Waar zijn de vrienden?
Waar is nog smeulend vuur onder de as?
In het gebroken licht ontwaren wij een aarzelend begin van eeuwigheid.
Zien wij de roos die de winter overleeft.

Vanavond zijn wij bij elkaar en delen verdriet om wat verloren is, een vader, een moeder, een vrouw of een man, een kind, een broer of een zus, een vriend of een buur.
De jaren voorbij.
Maar in dit uur bidden wij om eeuwigheid.
Om Liefde die eeuwig duurt.

Gedachtenismoment

Ik mis je …

Adem houdt op, warmte wordt kilte, diepe kilte als de dood en lachen wordt stilte, echo van vragen dat geen antwoord vindt.
Maar een mensennaam kan niet vergaan, niet verzinken in oneindig niets.
Jouw naam heeft klank en toon gezet van hoe de jouwen verder gaan.
In gemis, maar ook in vertrouwen dat leven Léven wordt als er maar genoten wordt, gevochten en geknokt, geliefd en galachen.
Zo wordt jouw naam een witte roos in ons hart, bloeiend voor altijd, geurig en welriekend, maar ook doornig stekend, want jij bent er niet als wij jouw roepen; en ons zoeken zal nooit vinden worden, geen samen lachen en geen raken meer.
Maar in stilte zul jij bloeien aan ons hart als schitterende herinnering, levend, tegen alle weerwil in.
Nee, vergeten zullen wij jou niet.
Wees gerust, rust maar zacht.
Heel zijn leven is de mens op zoek naar liefde en geluk.
Heel zijn leven wil de mens de roos plukken, de geur van liefde ruiken, haar smaak proeven.
Maar wie op zoek gaat naar de roos komt de pijn van de dorens tegen, want die zijn onlosmakelijk met de liefde verbonden.
Wie de dorens schuwt, de roos niet durft te plukken, zal ook de liefde niet proeven, zo gaat dat in het leven.
Onze overledenen hebben de liefde geproefd, maar zijn ook de dorens tegen gekomen, en misschien meer dan hen lief was.
Maar toch, de groene bladeren van hoop hebben hen er telkens weer bovenop geholpen, hebben hen de moed gegeven vol te houden.
Is een beter symbool van liefde en pijn, verdriet en vreugde, van hoop ook, dan de roos …?

 

Overgang van Allerzielen naar Allerheiligen

Allerzielen en Allerheiligen zijn de voorkant en d achterkant van hetzelfde verhaal, het verhaal van dood en leven.
Allerzielen is wat wij weten: de bekenden die van ons heen zijn gegaan, de lege plek leeg gelaten, het afscheid en het sterven.
Allerheiligen is wat we hópen: God die d mensen naar zich toetrekt die in zijn sporen zijn gegaan, de mens bij God, de hemel en het heil.

We vieren het in omgekeerde volgorde: eerst Allerzielen en dan Allerheiligen.
Omdat wij mensen van vertrouwen zijn. Samen werken we aan Gods wereld, wij bouwen vanuit het heden aan onze aarde, hier en nu, met hoop voor later.

Allerzielen en Allerheiligen hebben allebei met ons leven te maken.
Allerzielen zegt ons dat de tijd beperkt is.
Het feest van Allerheiligen is het perspectief.
Wij zijn kinderen van God: God heeft ons lief, nu en later.

Maar wie zijn dan heilig?
Zij die voorbeelden van menslievendheid waren.
Zij hebben Gods liefde beleefd en doorgegeven, zoals Jezus ook ons meegeeft in de bergrede:
Zalig de armen die op God hopen, hun bezit is het hemelse koninkrijk.
Zalig zij die verdriet hebben, God zal hen troosten.
Zalig zij die zuiver van hart zijn, zij zullen God zien.
Zalig zij die men uitscheldt, vervolgt, en belastert omdat zij mijn volgelingen zijn.
Zij mogen juichen van blijdschap, want een grote beloning staat hen te wachten in de hemel.
Van deze mensen kan gezegd worden dat zij niet meer leefden in God, maar God leefde in hén.
Een blad valt, maar het valt in Gods handpalm.
Het ligt vol parels van dauw van een nieuwe morgen, de morgen van het verheerlijkt zijn van liefde.
De dood en de dageraad.

Lezing na de communie

Er is hoop!
De zon wordt niet moe en staat elke dag weer op.
Ook mensen staan op en geloven in een nieuwe dag.
Ze zien de zon en voelen de warmte van haar stralen en geloven weer in het licht.

Er is hoop!
Er worden nog kinderen geboren met lachende ogen.
Er zijn nog zoveel mensen met ’n hart onder hun jas.

Elkaar hoop geven is elkaar leven geven!
Elkaar hoop geven is elkaar bemoedigen en zich verantwoordelijk voelen voor elkaar.

We kunnen de woestijn niet ineens veranderen, maar we kunnen beginnen met een kleine oase.
Waar één roos weer bloeien kan zullen op een dag duizend bloemen staan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *